Sport

Sinds januari 2014 zwem ik eens per week op donderdagochtend: een heerlijk begin van mijn werkdag. Na de fietstocht en het baantjes zwemmen ga ik verkwikt aan de slag.

In januari 2016 begon ik met hardlopen. Tijdens een introductiecursus bouwde ik mijn conditie op en kreeg ik instructies over warming-up en coolingdown, om blessures te voorkomen. Sindsdien loop ik twee keer per week hard, over het Jaagpad langs de Kromme Rijn. Het is fijn om te bewegen en buiten te zijn als tegenwicht voor mijn vele werk achter de computer.

Een verrassende ontwikkeling, want sinds mijn schooltijd had ik decennialang een enorme weerstand tegen sport. Dat kwam omdat de lessen lichamelijke opvoeding op school zo prestatiegericht waren. Ik blonk niet uit in gymnastiek, en werd daarom bij teamsporten altijd als een van de laatsten gekozen. Dat draagt niet bij aan het spelplezier, om het eufemistisch te zeggen. Bij de zwemlessen nam de badmeester mijn angst voor water niet serieus. Hij gooide me onverwacht in het diepe, waar hij me voor mijn gevoel bijna liet verdrinken voordat hij me met een haak opviste. Sportleraren, besef wat een enorme impact zulke methoden hebben!

Ik ben blij dat ik desondanks dertig jaar later de moed heb gehad om, op mijn eigen manier, de waarde van sporten te ontdekken.